citroengeel

citroengeel

Citroengeel

Kort moordverhaal van Elisabeth

In 2009 en 2010 schreef ik een aantal korte moordverhalen. Deze zijn toen uitgegeven door een uitgeverij die niet meer bestaat. Gelukkig heb ik de verhalen nog. De verhalen herlees ik en wijzig hier en daar aan de tekst. Dat is soms nodig. Destijds schreef ik de verhalen en herlas ze niet meer. Nu wel, dus wijzig ik hier en daar. 



Op deze pagina staat één van de verhalen.


Copyright is duidelijk, dat ligt bij mij - Elisabeth van der Ark

Niets mag ongevraagd gekopieerd worden.

De link van deze pagina mag je wel delen met anderen. Graag zelfs.

DISCLAIMER: dit verhaal is een verzinsel van mij. Naar mijn beste weten is het nog nooit in werkelijkheid gebeurd.

Dit verhaal is in 2009-2010 geschreven.  En is eerder gepubliceerd in een boekje met de titel - moordverhalen. Het boek is niet meer te koop. De uitgever is gestopt.


Citroengeel



Ze dook weg in de deken. Koud had ze het, gruwelijk koud. Zo koud had ze het nog nooit gehad. De kou brandde in haar lichaam, in haar hart. Haar lichaam was eens gevuld met warmte, met liefde en nu, enkel kou. Ze dook nog dieper weg in de deken en in haar herinnering. Ze ging terug in haar gedachte naar de warmte.


Gelukkig was ze. De dokter had haar vermoeden bevestigd. Ze was zwanger. Annabel wreef over haar buik. Er was nog niets van te zien. Laat staan voelen. Ze probeerde een beetje met haar buik naar voren te lopen, want ze wilde dat iedereen het zag. Daar stopte ze maar mee, want haar rug ging zeer doen en ze moest lachen om zichzelf. Onderweg naar huis kwam ze nog een babywinkel tegen, daar deed ze haar eerste aankopen. Een knuffel. Het was een zachte knuffel, echt voor de baby. Deze zou ze in haar eigen bed zetten, en af en toe mee kroelen, zodat haar geur er aan kwam. Wanneer de baby was geboren zette ze deze knuffel in de wieg. Dan kon de baby haar altijd nog ruiken. Annabel stapte op haar fiets, voorzichtiger dan anders, om naar huis te fietsen. Daar aangekomen, belde ze eerst haar man. Hij was er blij mee, kwam direct naar huis, met een fles nepchampagne en een gigantische bos citroengele rozen. Rik zei:”geel is de kleur van het nieuwe en jij draagt ons wondertje, iets nieuws dus”. Annabel keek vertedert naar haar man. Altijd wist hij haar te verrassen en te verblijden met dit soort opmerkingen. En ineens wist ze welke kleur de babykamer zou krijgen. Citroengeel.


De zwangerschap verliep voorspoedig, zonder problemen. Wel met wat ongemakken. Ze wist dat die ongemakken tijdelijk waren. Annabel nam die ongemakken voor lief, ze deelde ze met Rik. Die liefdevol haar voeten masseerde, dat was aangenaam. Het kamertje was schitterend geworden. De kleertjes gewassen en opgehangen. Er was een lijntje gespannen en alles hing er fris gewassen aan. Kortom, ze was er helemaal klaar voor. De kleding had ze in diverse maten gekocht, want je wist maar nooit hoe groot of hoe klein het kindje was. Haar koffertje stond ook klaar. Zo geordend was ze. Ze vergat nooit iets en wilde goed voorbereid zijn.


De zwangerschapsyoga was heerlijk en ook weer een goede voorbereiding. Ze dacht wel eens, een goede voorbereiding is de halve bevalling of een zwangere meid is op haar bevalling voorbereid. Ze was ook begonnen met een scrapbook. Mooie buikfoto’s, de echo’s. Een naslagwerk voor later. Wanneer dit kleine wezentje 18 jaar zou worden, als cadeau. Ze zal dan 18 scrapbooks hebben om te geven. 12 maanden in een jaar en iedere maand beschreven en beplakt met de foto’s.


De bevalling was moeizaam, langdurig en pijnlijk. Maar vergeten toen kleine Ricky in haar armen werd gelegd. Het was een mooi, gaaf manneke. Met diepblauwe kijkers. Ricky zocht direct haar tepels om te gaan drinken. Rik was ontroerd en maakte er direct een foto van. Annabel, kreeg er tranen van in haar ogen. Wat is de natuur toch mooi.


48 uur later mocht Rik zijn trots en Annabel mee naar huis nemen. Het huis was versierd met zo’n ooievaar die door het raam was gevlogen, althans, dat beeldde het uit. En een vlag met de naam van hun zoon erop. De kraamverzorgster was er om moeder en kind op te vangen, ze zou vijf dagen blijven. De moderne tijd, in de vorige eeuw, bleven de kraamverzorgsters 10 dagen. Maar goed, vijf dagen, het is niet anders. De oma’s waren er ook, er werd geknuffeld, stiekem een traantje weggepinkt en uiteraard beschuit met blauwe muisjes gegeten. Annabel ging op de sofa liggen en Ricky werd boven in zijn wiegje gelegd. De dagen dat de kraamverzorgster er nog was, was het leven makkelijk. Veel werd uit handen genomen, dingen werden uitgelegd en herhaald. Want een kind verzorgen is niet echt makkelijk, dat ondervonden ze nu. ’s Avonds wanneer ze met zijn drietjes waren, werd Ricky in zijn stoeltje tussen hun in gezet en zaten Annabel en Rik verliefd naar hun kind te kijken en naar elkaar. Het leven lachte hun toe. Het was goed zo. De eerste maanden kabbelde hun leven door. Van melk drinken ging Ricky geleidelijk naar vast voedsel. Fruithapjes, die met vreemde gezichten werd geaccepteerd. Spinazie met gekookte aardappeltjes en een geprakt gekookt eitje werd smakkend op gegeten. Het ging haast als vanzelf. Annabel had eens gelezen dat het moeilijk kon gaan en was blij dat het zo makkelijk ging. Op zaterdag nam Rik zijn zoon mee, voor een mannenritje met de auto noemde hij dat. Annabel vond het prima, want dan kon zij even vrouwendingen doen. Zoals naar de schoonheidssalon, de pedicure of gewoon thuis in bad, uitrusten van de afgelopen week. Wat waren ze gelukkig, niets kon hun geluk verstoren. Ze dacht nog, was iedereen maar zo gelukkig en tevreden, dat gunde ze iedereen.


Op zo’n heerlijke tuttelzaterdag ging de deurbel. Ze stapte uit bad, badjas aan en opende de deur. Een agent vroeg of ze mee wilde komen naar het politiebureau en het was of een hand haar hart dichtkneep. Zonder vragen, op de automatische piloot, kleedde ze zich aan, pakte haar tas met papieren en sleutels en ging mee naar het bureau. De agent vertelde haar dat hij geen informatie kon geven waarom ze mee moest. Standaardprocedure. Aangekomen bij het politiebureau werd ze naar binnen geleid, waar ze Rik zag zitten met zijn gezicht in zijn handen. Ze liep snel op hem af, maar werd tegengehouden. Vertwijfeld vroeg ze waarom mag ik niet naar mijn man? Omdat hij verhoord wordt. En toen hoorde ze wat er gebeurd was en waar haar man naartoe ging, op zijn zaterdagse autoritjes.


Het was een bloedhete dag, deze afschuwelijke zaterdag. Rik was naar het park gereden en was de auto uitgegaan. Zoals gebruikelijk liet hij Ricky achter. Meestal duurde het niet lang. Althans niet langer dan 10 minuten. Behalve deze dag. Omdat het zo bloedheet was waren er weinig mannen maar wel veel wandelaars. Hij liep zo wel een paar uur. Door het park en naar het strandje wat ook een geliefd ontmoetingsplek was. Maar niemand te zien. Mensen genoeg, maar niet diegene die hij wilde ontmoeten. In paniek, liep hij terug naar de auto, zijn gevoelens waren niet bevredigd. Hij werd onrustig, totdat hij iets hoorde, een zacht gefluit. Hij zuchtte diep en draaide zich om. Daar stond hij, zijn verlosser van zijn onrustgevoelens. Het was eigenlijk snel gebeurt. Bevredigd holde hij naar de auto, want ineens bedacht hij, mijn zoon, die zit al de hele middag in de auto, zonder drinken en met de ramen dicht. Wat een monster ben ik toch. Een aan mannensex verslaafd persoon, die zijn eigen kind vergeet. Bij de auto aangekomen zag hij de ambulance staan. Die was gewaarschuwd door oplettende wandelaars. Ze zagen het kindje zitten, versuft met zijn kopje naar beneden hangend, naar adem snakkend met een rood hoofd. Ze hadden het raam ingeslagen en Ricky voorzichtig afgekoeld, de ambulance gewaarschuwd, maar helaas. In de armen van zijn redders blies de kleine knul zijn laatste adem uit. Gekookt in de oververhitte auto. Achtergelaten door een naar bevrediging zoekende vader.


Annabel hoorde het verhaal van de agent stilzwijgend aan. Ze werd koud, intens koud. En ze wist, ze zou het nooit meer warm krijgen. De warmte is vertrokken met Ricky.


De begrafenis was plechtig met een mooie dienst. Ze zat tussen de beide oma’s in. Rik was er ook, alleen ze zag hem niet. Vanaf de dag dat hij hun zoon had achtergelaten, had ze hem verbannen uit haar leven. Hij moest leven met wat hij gedaan had. Ze wilde nooit meer wat met hem te maken hebben. Zelfs de scheiding werd uitgesproken zonder dat hij erbij was. De liefde die ze eens voelde was weg. Kou dat was alles wat ze voelde.


De kleine witte kist, waar het scrapbook in lag, met de witte duif erop, zakte in het vers gegraven graf. Annabel huilde niet, zelfs dat kon ze niet meer. Haar tranen waren op.


De brandweer bluste de laatste vlammen weg,en zag dat er een man in de auto lag. Althans een verkoold lijk, met duidelijke eigenschappen van een man. Het stoffelijk overschot lag met zijn hoofd op het stuur alsof het in slaap was gevallen. De armen op het stuur en zijn hoofd erop.


Het kenteken was doorgegeven aan de politie. En voor de tweede keer binnen een half jaar stond de politie voor de deur van Annabel. Ze stapte de politieauto in en werd het bureau binnengeleid. Koud en kil vertelde ze hoe ze het had gedaan. Iedereen had begrip voor haar actie, maar het was strafbaar.


Annabel had Rik gebeld omdat ze met hem wilde afspreken in het bos. Tijdens de picknick in het bos had ze Rik eerst dronken gevoerd met citroenbrandewijn. Toen hij dronken genoeg was, had ze hem eerst in de auto gezet. Dat was nog een hele klus want het was een sterke en grote kerel. Daarna had ze de auto overgoten met benzine en een zetje gegeven zodat hij het heuveltje, waar de auto op stond afreed. De auto rees tegen een boom aan. Ze gooide een brandende krant naar binnen en holde snel weg. Binen de kortste keren stond de auto in lichterlaaie. Ze keek er naar van een afstandje. Er kwamen mannen naar de auto toe die dachten het slachtoffer nog te kunnen redden. Maar de hitte was te intens. De auto brandde van binnen en van buiten. Toen de hulpdiensten arriveerde vertrok ze naar huis.


Volgens de patholoog-anatoom, heeft Rik niets gevoeld. En dat vond ze jammer, want ze wilde dat hij voelde hoe het is om te verbranden, om te koken. Net als haar zoon gekookt werd in de auto.


Annabel werd opgesloten en kreeg TBS. Ze vond het prima ze had straf verdient, ook al waren er mensen die vonden dat ze een lintje had verdient. Maar Annabel onderging haar straf, sprak met de psychiater en leefde van dag naar dag. Het warme gevoel kwam niet meer terug. Sterker nog, ze voelde niets meer, behalve die intense kou. Ze pakte het knuffeltje van Ricky en rook eraan. Het was het eerste knuffeltje wat ze had gekocht. Het rook naar Ricky, maar nog heel vaag. Niemand mocht er aan komen. Ze had zich voorgenomen dat de eerste de beste die dit van haar af wilde nemen, hetzelfde lot zou ondergaan als Rik.


Na 10 jaar kwam ze vrij, maar kon het leven niet aan en ging naar Ricky. Het was haar eigen keuze en ook dit begreep iedereen.


DISCLAIMER: dit verhaal is een verzinsel van mij. Naar mijn beste weten is het nog nooit in werkelijkheid gebeurd.

Dit verhaal is in 2009-2010 geschreven.


Moord-en andere verhalen verzamelpagina

Deel dit verhaal met je leesvrienden

Neem contact met ons op

Bol.com Algemeen Bol.com Algemeen
Share by: