Short Stories by Elisabeth - Attack en kill

Attack en kill

Kort moordverhaal van Elisabeth

In 2009 en 2010 schreef ik een aantal korte moordverhalen. Deze zijn toen uitgegeven door een uitgeverij die niet meer bestaat. Gelukkig heb ik de verhalen nog. Op deze pagina staat één van de verhalen.


Copyright is duidelijk, dat ligt bij mij - Elisabeth van der Ark

Niets mag ongevraagd gekopieerd worden.

De link van deze pagina mag je wel delen met anderen. Graag zelfs.

Attack en kill


Het is een rustige straat waar Angela met haar man en hondje woonde. Ze had daar een kleine winkel in hobbybenodigdheden en een kamer die ze verhuurde als B&B. Haar man werkte buitenshuis als accountant, waarmee hij voldoende geld verdiende voor beide. Dat gaf Angela de kans om te freewheelen. Iets wat ze heerlijk vond. Als hobby had ze poppen maken, regelmatig maakte ze poppen op afspraak. Vaak voor leuke gebeurtenissen, bijvoorbeeld. bij een geboorte, maar even zo vaak ook voor trieste gebeurtenissen, wanneer de baby vlak na de geboorte overleed of dood geboren werd. Dan werd het een troostpop, ze maakte er dan ook kleine popjes bij die als dankpopje werd gegeven na de plechtigheid. Ze noemde ze ook wel eens herinneringspopjes. Het popje kreeg dan een labeltje op het truitje met de geboortedatum, overlijdensdatum en de naam. Ze werkte er vaak dag en nacht aan. Ze deed het met liefde, want ze wist hoe groot het verdriet was en hoe ontroostbaar je kon zijn. Haar eerste popje maakte ze voor zichzelf, na het overlijden van haar zoontje, twee dagen na de bevalling. Wanneer ze naar haar winkeltje ging, nam ze het popje mee. Ging ze slapen, nam ze het popje mee naar boven. Ze had het popje een kledingsetje van haar zoontje aangetrokken en soms wisselde ze het. Ze was niet geobsedeerd bezig vond ze zelf, het gaf haar troost in moeilijke tijden. Haar eerste echte opdracht kwam van een vrouw die logeerde in haar B&B kamer. Ze had pas haar baby verloren en wilde ook een troostpopje. De vrouw had een foto van haar meisje in haar portemonnee. Een mooi volgroeid kindje. Ze was gestikt door haar eigen navelstreng. Die nacht maakte ze het popje en de kleertjes die het meisje op de foto droeg. De vrouw was er zo blij mee en voor het eerst huilde ze hartgrondig om het verdriet van haar verloren meisje. Nog hebben ze contact met elkaar en via haar kreeg Angela meer opdrachten.


Zoals gezegd, het was een rustige straat, tot de dag dat het huis van haar buren werd verkocht aan een echtpaar met twee hele drukke honden, klikoterriërs, oftewel vuilnisbakkenras. Die honden blaften bij het minste of geringste. Dag en nacht. De beide echtparen maakte kennis met elkaar. Het bleek dat de buurman ook accountant was, bij een ander bedrijf. Ze hadden twee kinderen, al getrouwd. Ze waren dus met zijn tweetjes en de twee honden. Die eeuwig blaffende honden. De buurvrouw deed er wel wat aan hoor, wanneer de honden zo blaften, kwam ze naar buiten en riep met schelle stem, foei, af en hou je kop nou eens. Vaak in deze volgorde. Eigenlijk wist ze niet wat ze moest doen. Angela had eens geopperd, van goh, ga eens een cursus volgen. Maar de buurvrouw had dat al gedaan. Angela dacht nog, dan is er niet veel blijven hangen. Dat zei ze ook tegen buurvrouw. Maar buurvrouw zei snibbig en bijna net zo grommend als haar oudste hond: 'dat mens op de hondenschool weet niet waar ze het over heeft. Moest ik met zo’n stom apparaatje werken en snoepjes geven. Nou ik ga die beesten niet verwennen.' Angela zei: 'het werkt wel hoor, kijk maar naar mijn schatje.' Waarop de buurvrouw terug pareerde: 'ja maar dat is een kleine hummel, die kan je makkelijk onder de duim houden. Die van mij heb ik uit het asiel gehaald, toen ze twee en drie jaar waren, die kan je niets meer leren.' Waarop Angela haar schouders ophaalde en weer naar haar winkeltje ging.


De buurman kwam vaak even langs om adem te halen. Hij had eens opgebiecht dat hij gek werd van zijn vrouw. Hij hield van haar, maar soms, haalde ze het bloed onder zijn nagels vandaan. Ze bleef maar mopperen met haar schelle stem. Op alles en iedereen had ze commentaar. Op Angela en haar hondje. Op Angela en haar popje. Op de postbode, die de post niet meer in de brievenbus wilde doen. Op de bakker die hun huis voorbij reed. Alleen maar voor die honden. Na een maand of drie bekende Angela aan de buurman dat ze eigenlijk ook een beetje gek werd van die honden. Samen smeedde ze een snood plannetje. Buurman zou zijn vrouw in het weekend naar de stad rijden, een paar uur gaan winkelen en Angela kreeg dan de kans om de honden het blaffen af te leren. Na een paar weken zouden ze buurvrouw dan vertellen wat ze hadden gedaan en hoe ze dan met de honden om moest gaan.


Buurman en buurvrouw reden naar de grote stad en Angela trainde de honden. Het ging goed, de honden blafte in ieder geval niet meer ’s nachts. Zodat iedereen in het dorp weer heerlijk rustig konden slapen. Alleen buurvrouw was niet meer zo aardig tegen Angela. Eerlijk gezegd zei ze niets meer tegen haar. Zo maar ineens was ze met praten en groeten gestopt. Angela begreep er eigenlijk niets van en vroeg het aan buurman. Buurman bekende dat hij had gezegd dat zij de honden trainde. Buurvrouw had boos en geschokt gereageerd, maar ze wilde de wekelijkse ritjes naar de grote stad niet missen en had buurman opdracht gegeven om tegen Angela te zeggen dat ze moest stoppen met het trainen. Want buurvrouw maakte uit, hoe ze met de honden om ging. Maar buurman hoopte dat ze niet stopte met het trainen. Angela ging verder met het trainen.


Gerard, de man van Angela vroeg: 'heb je weer een opdracht voor popjes te maken?' 'Ja' zei Angela, 'maar deze keer is het voor een oudere vrouw. Althans, het is een moeder van twee kinderen die binnenkort dood gaat. Ze is namelijk ziek, ze is ziek in haar hoofd en zal daardoor niet lang meer leven.'

'Dat is erg voor die kinderen,' zei Gerard. Angela zuchtte en werkte verder.


Buurman klopte bij Angela en Gerard op de keukendeur. Hij kon niet meer praten en Gerard gaf hem eerst een glas water, maar buurman liet dat uit zijn handen vallen. Angela begon het glas op te ruimen. Onderwijl stamelde de buurman: 'mijn vrouw, ze is dood.' Angela liet het glaswerk, wat ze eerder had opgeruimd uit haar handen vallen en Gerard schrok zich wild.

'Hoe dan?' Vroeg Gerard.

Buurman zei: 'ga maar mee, dan zal ik je het laten zien.'

Gerard zei tegen Angela: bel jij de dokter.' Wat Angela ook deed. De dokter belde de politie, dat moest, standaard procedure.


De dokter hoefde zijn stethoscoop niet te voorschijn te halen om de dood te constateren. Buurvrouw was verscheurd, echt in stukken gescheurd. Door de honden. Niemand begreep het. De honden werden gevangen, afgevoerd en de rechter besliste in het nadeel van de honden. De politie onderzocht de dood van de buurvrouw grondig. Maar niemand kwam erachter wat er was gebeurt. Waarom de honden zich tegen de buurvrouw hadden gekeerd. Er werd gelijk gezegd dat je klikoterriërs nooit moest vertrouwen. Dat asieldieren ook niet te vertrouwen waren. Maar dat is flauwekul natuurlijk. Want met de juiste training is iedere hond te kneden tot een prima huishond. Lief voor de baas en het bezoek.


Gerard vroeg aan Angela, hoe is het met je herinneringspop voor die moeder? Angela zei, dat project is afgerond, de vrouw is overleden. Ik ben nu bezig voor een jongetje, die over twee dagen wordt begraven.


De politie-inspecteur, bespeurde het stukje stof die één van de honden in zijn darm had. Buurvrouw had niets aan van de kleur. Er was geen meubel kapot gevreten. Hij begreep er niets van en ging eens op onderzoek uit. En zo kwam hij bij Angela in haar winkeltje. Hij knoopte een gesprek met haar aan. Wat ze zoal deed en Angela liet zien wat ze maakte want ze was trots op haar werk. De politie-inspecteur zag ineens een rol stof liggen. Het had dezelfde kleur en structuur als de stof die in een van de honden was gevonden. De politie-inspecteur bedankte Angela voor het gesprek en ging terug naar kantoor. Hij maakte zijn verslag.


Na twee dagen ondervragen sloeg Angela door. Ze had de honden getraind, attack en kill. Ze was zo gekwetst door de buurvrouw. Ze was zo boos op haar gedrag naar de honden toe. Ook had ze zo’n medelijden met buurman. Ze maakte poppen die leken op de buurvrouw en gaf de poppen haar geur. Waarop Angela de honden leerde om de buurvrouw aan te vallen en doden.


'Maar wat had buurvrouw dan tegen Angela gezegd?' Vroeg de politie-inspecteur. Ze vond Angela een naar mens, zeker nadat ze gehoord had dat Angela het wel voor elkaar kreeg om haar honden stil te krijgen. Wanneer Angela even langs kwam om koffie te drinken, dan lagen de honden aan haar voeten. De honden jankte hun kelen schor wanneer Angela weer naar haar eigen huis ging. Daarom was buurvrouw boos en had ze Angela gekwetst. Buurvrouw had ook haar herinneringspopje belachelijk gemaakt. Ze vond dat Angela zich aanstelde door overal haar popje mee naar toe te nemen in huis. Buurvrouw vond dat Angela daar mee moest stoppen. Maar buurvrouw had makkelijk praten gehad. Die had twee gezonde kinderen. Wat wist zij nou van dit grote verdriet. Dit grote verdriet wat nooit zou slijten. Aldus besloot Angela dat buurvrouw dood moest. Ze vond het jammer dat het uit was gekomen, maar ach, in de gevangenis kon ze ook popjes maken.


Uiteindelijk werd Angela beroemd om haar popjes. Ze kwam vrij, en begon een fabriek. Want de opdrachten kwamen uit de hele wereld. Gerard had haar verlaten. Hij schaamde zich voor haar. Buurman was Angela altijd trouw gebleven, hij vond het heel erg wat zijn vrouw had gedaan. Maar hij was ook opgelucht, hij was bevrijd van dat stuk chagrijn. Zijn kinderen begrepen hem niet en hadden hem de rug toegekeerd. Hij op zijn beurt had hun onterft. Hij hielp Angela als accountant, had zijn baan opgegeven. Hij had het druk genoeg met de boekhouding van de fabriek van Angela. Ze leefden niet met elkaar, maar in hun eigen huisjes in het dorp. 


Bol.com Algemeen Bol.com Algemeen
Share by: